De cloudinfrastructuur van de toekomst

Maandagochtend 25 november 2024, 9 uur. Een wereldwijde storing in Microsoft’s cloudinfrastructuur maakt duidelijk hoe verweven onze digitale systemen zijn geworden. Medewerkers kunnen niet bij hun e-mail komen. Online vergaderingen starten niet op. Een problematische software-update blijkt de oorzaak.

Het is niet de eerste keer dit jaar dat een wijdverspreide verstoring plaatsvindt. In juli zorgde een update van cyberbeveiligingsbedrijf CrowdStrike al voor grote problemen bij banken, luchtvaartmaatschappijen en omroepen wereldwijd.

Deze incidenten tonen aan dat zelfs de meest geavanceerde technologiebedrijven niet immuun zijn voor verstoringen. Het probleem zit niet in de kwaliteit van hun dienstverlening, maar in de centralisatie van cruciale digitale infrastructuur. Als één component hapert, kunnen de gevolgen zich als een olievlek verspreiden.

Europese uitdagingen

Deze realiteit vraagt om een nieuwe benadering. Uit onderzoek blijkt dat Amerikaanse hyperscalers – waaronder Amazon Web Services (AWS), Microsoft Azure en Google Cloud – samen 70 procent van de Europese cloudmarkt bedienen. Deze bedrijven leveren hoogwaardige diensten die voor veel organisaties onmisbaar zijn geworden.

Toch waarschuwt Mario Draghi, voormalig president van de Europese Centrale Bank, voor de risico’s van te grote afhankelijkheid. De uitdaging voor Europa is complex: hoe behouden we toegang tot innovatieve technologie terwijl we tegelijkertijd onze digitale soevereiniteit versterken?

Een federatieve aanpak

Europa kiest voor een innovatieve oplossing: een federatief cloudmodel. In plaats van één centrale infrastructuur ontstaat er een netwerk van samenwerkende clouddiensten. Dit vermindert niet alleen de kwetsbaarheid voor storingen, maar biedt ook meer keuzevrijheid voor gebruikers.

De EU heeft voor 2030 ambitieuze doelstellingen gesteld om deze transitie te ondersteunen. Met een investering van 2,6 miljard euro, waarvan 1,2 miljard van de Europese Commissie, wordt gewerkt aan een nieuwe generatie cloudinfrastructuur.

ECOFED: een Europees antwoord

Een concreet voorbeeld van deze strategie is ECOFED (European Cloud Services in an Open Federated Ecosystem), een samenwerkingsproject tussen Nederlandse partijen waaronder TNO, Info Support, BIT, AMS-IX en i3D.net. ECOFED ontwikkelt een gemeenschappelijke referentiearchitectuur voor een federatief cloud-ecosysteem.

“Met ECOFED bouwen we aan een systeem waarin zowel Amerikaanse als Europese aanbieders hun diensten kunnen aanbieden, maar wel volgens Europese standaarden voor openheid en interoperabiliteit”, legt Bas Meerman, Chief Technology Officer bij Info Support uit. “Het doel is niet om het wiel opnieuw uit te vinden, maar om een robuuster systeem te creëren dat minder kwetsbaar is voor centrale verstoringen”.

Voordelen van federatie

Het federatieve model biedt verschillende voordelen:

  • Grotere weerbaarheid tegen storingen
  • Betere bescherming van data en privacy
  • Meer keuzevrijheid voor organisaties
  • Stimulering van Europese innovatie
  • Verbeterde kostenefficiëntie door open standaarden

Praktische stappen

ECOFED maakt deel uit van een groter Europees initiatief: IPCEI-CIS (Important Project of Common European Interest on Cloud Infrastructure and Services). Twaalf EU-lidstaten bundelen hun krachten met meer dan 100 partners om een open en interoperabel cloud-ecosysteem te realiseren.

“We zien dit als een belangrijke stap richting digitale soevereiniteit,” aldus Lammert Vinke, Unitmanager bij Info Support. “Niet door ons af te sluiten van wereldwijde innovaties, maar door actief bij te dragen aan een veerkrachtiger digitale infrastructuur. Door samen te werken aan open standaarden en interoperabiliteit creëren we een ecosysteem dat het beste van beide werelden combineert”.

Toekomstperspectief

De ontwikkeling van een Europese cloudinfrastructuur is een marathon, geen sprint. Het vraagt om langetermijnvisie, samenwerking en continue innovatie. De recente storingen onderstrepen het belang van deze ontwikkeling, maar laten ook zien dat het om meer gaat dan alleen techniek – het gaat om de toekomst van Europa’s digitale economie.