Welke programmeertaal is zowel snel als zeer veilig, en al zo populair dat zelfs de Windows-kernel er deels in wordt herschreven? Het antwoord is: Rust. Amy van Bijsterveldt, Data Engineer bij Info Support, legt uit waarom deze taal, die in 2006 als hobbyproject begon, nu in rap tempo wordt omarmd door grote technologiebedrijven.
“Rust heeft een paar eigenschappen als programmeertaal waar andere talen tekort schieten,” vertelt Amy. “De taal is supersnel, maar ook memory safe.” Dit is een belangrijke combinatie die Rust onderscheidt van andere programmeertalen. Als je bijvoorbeeld in C of C++ een array maakt met tien items, is het mogelijk om het elfde item op te halen. Omdat je zo dicht op het geheugen van je computer werkt, haal je dan eigenlijk iets op wat niet had gemogen. Rust voorkomt dit in de basis.”
Rust bestaat al 18 jaar, maar sinds de introductie van Rust 1.0 in 2015 is de populariteit hard gegroeid, aldus Amy. “Op de TIOBE-index, die de populariteit van programmeertalen wereldwijd bijhoudt, is Rust het afgelopen jaar gestegen van plek 40 naar plek 19. Een flinke stijging dus. Dat komt doordat ook grote bedrijven de taal steeds meer gaan omarmen en dat heeft alles te maken met die combinatie van veiligheid en snelheid. Zo is Microsoft een deel van de Windows-kernel aan het herschrijven in Rust, en zelfs de Amerikaanse nationale veiligheidsdienst NSA raadt het gebruik van Rust aan. Dat zorgt ervoor dat ook de Rust-community snel groter wordt.”
Zelf ziet ze dat Rust vooral business-waarde kan toevoegen in de back-end van systemen: “In de financiële sector, waar veel kwantitatieve analyses worden gedaan, worden packages die gemaakt zijn voor het ontwikkelen van deep learning-modellen nu nog vaak in C++ gebouwd. Het zou veel kunnen opleveren om voor dit soort toepassingen eerder Rust te gebruiken, vanwege de nadruk op memory safety.”
Toch is Rust geen heilige graal, benadrukt Amy: “De taal is toch nog altijd relatief nieuw en groeiende. Voor direct gebruik in machine learning is Rust bijvoorbeeld nog niet geoptimaliseerd. Er zijn wel bepaalde Rust-packages die je daarvoor kunt gebruiken, maar voor een data scientist is Python toch nog altijd handiger.”
Voor teams die willen starten met Rust, adviseert Amy een bescheiden begin: “Start klein. Rust is open source, dus download Rust gewoon en experimenteer ermee. Denk goed na over waar snelheid cruciaal is en maak vervolgens een plan, identificeer welke componenten van je applicatie bepaalde snelheden vereisen. Begin dan met een proof of concept om te zien wat Rust voor je kan betekenen.”
Voor wie meer wil weten, wijst Amy op de beschikbare bronnen: “Er zijn veel interessante blogposts te vinden. Rust heeft zelf ook veel getting started-tips op hun website. Begin daar, kies een klein project uit en ga experimenteren.”